Alsof het sneakers zijn, zo makkelijk loopt ze op stiletto’s over het podium, en met die onwaarschijnlijk hoge pumps bedient ze de pedalen. Yuja Wang speelt met het Concertgebouworkest de twee pianoconcerten van Ravel – fysiek een opgave, maar ‘voor de muziek doe ik alles.’
De laatste keer dat Yuja Wang soleerde bij het Concertgebouworkest was in het najaar van 2015, in Tsjaikovski’s Tweede pianoconcert onder leiding van Gustavo Gimeno. Met diezelfde dirigent en zijn Orchestre Philharmonique du Luxembourg speelde ze in de VriendenLoterij ZomerConcerten nog Rachmaninoff. Nu zijn beide Ravels aan de beurt, het Pianoconcert voor de linkerhand en het Pianoconcert in G groot, ingebed in een geheel Frans programma. ‘Bij het Concertgebouworkest voel ik dat de musici plezier hebben in hun vak, er heerst een positieve energie binnen het orkest’, zegt Wang. ‘Als ik met hen samenspeel hebben we altijd een fijne tijd. Het bijzondere en heerlijke is dat ze zo veelzijdig zijn. Zou Brahms op de lessenaars staan, dan is de klank Brahms, kies ik Ravel dan transformeren ze volledig naar dat idioom toe.
Het orkest heeft een rijkdom aan klank die ik ook herken in Duitse gezelschappen: een groot geluid. Dat zal ongetwijfeld ook te horen zijn bij de Ravels, maar ze tunen net zo lang totdat het sprankelende van Ravel is bereikt, dat weet ik zeker.’
Helpen, niet storen
De dirigent geeft daarin de richting aan. Als de zesendertigjarige Chinese pianiste soleert, staat deze maand de artistiek partner van het orkest Klaus Mäkelä op de bok. In het dagelijks leven is hij Wangs partner. Hoe vindt ze het spelen onder hem? ‘Een groot plezier. Hij haalt het beste uit de musici naar boven, dat heeft hij in zich. Klaus straalt vertrouwen en respect uit en geeft de spelers de ruimte. Dat heeft alles te maken met menselijkheid, je hebt allemaal hetzelfde doel, de een is niet beter dan de ander. Je moet je als musicus ook vrij voelen om je te uiten. Ik heb ontdekt dat hij van de school ‘helpen, niet storen’ is. Daarmee kun je mensen ondersteunen, schoolmeestertje spelen haalt niets uit. Ik hoorde hem bij het Concertgebouworkest in Mahlers Zesde symfonie en Mozarts Requiem en in een nieuw stuk voor Janine Jansen en Martin Fröst van Sally Beamish [Distans, red.]. Allemaal fantastisch gedaan. Het repertoire dat hij beheerst is enorm. Ik leer altijd veel van het luisteren naar symfonische concerten, dat is toch anders dan zelf je eigen repertoire spelen.’
‘Mijn instelling is, net als die van Klaus, ‘Don’t fix it when it ain’t broken’’
Yuja Wang zit in de auto van a naar b, het enige moment waarop we haar even te pakken krijgen. Haar manager neemt op: ‘Ja, hier is ze.’ De avond tevoren speelde Wang het Derde pianoconcert van Magnus Lindberg, dat hij voor haar schreef. Het is tien uur ’s morgens in Londen, haar concert was in het Barbican Centre met het London Symphony Orchestra onder leiding van François-Xavier Roth. ‘Als ik niet helemaal helder antwoord, komt dat door het tijdstip’, excuseert de pianiste zich. ‘Lindbergs muziek is fysiek enorm uitdagend. Ik ken zijn werk van jongs af aan. Hij schreef dit concert in de romantische traditie. Zo’n stuk op mijn repertoire hebben vind ik heerlijk. Er moet een balans zijn tussen het nieuwe en het bekende, voor de luisteraar, maar ook voor mijzelf.’
Zorgen dat het lukt
Daags na de uitvoering roemt The Guardian Wangs vakmanschap en allure, en noemt haar formidabel, zowel in haar omgang met de technische uitdagingen als in hoe ze dynamische uitersten realiseert. Allerminst verbazend, de observatie die de Engelse krant deed: deze score is een constante in Wangs concertpraktijk. De pianiste heeft een onwaarschijnlijk accuraat brein, geen zee gaat haar te hoog, geen stuk is zo ingewikkeld of ze voert het uit. Razendsnel leest ze van blad, haar spiergeheugen is enorm. Is er iets dat ze niet kan spelen? ‘Nee, en als ik iets moeilijk vind zorg ik ervoor dat het me gaat lukken, hoe dan ook. Voor de muziek doe ik alles. Mijn filosofie: als je je hoofd en hart geeft aan wat je wilt bereiken, dan lukt het. Muziek maken is emotioneel en fysiek zwaar, maar dat gegeven bezorgt mij heel veel plezier.’
Een paar weken vakantie? Ze heeft het weleens geprobeerd. De muziek en het podium miste ze. Dus gaat ze van zaal naar zaal, van continent naar continent, met niet zomaar een reiskoffertje, maar een groot geval van een chic merk, en knalgeel. Ergens op Twitter komt een beeld voorbij van Wang plus koffer, waarop ze glimlacht naar de camera. Het onderschrift luidt dat ze hier al haar outfits in kwijt kan en vooral die hoge hakken. Van de kleur geel wordt ze permanent blij. Wang lacht veel, als je met haar praat, en ook op foto’s.
Van zonnebril lijkt de pianiste wekelijks te wisselen, geen concertoutfit gaat in de herhaling. Zou ze die bril ophouden tijdens de concerten in Amsterdam? Kan zomaar gebeuren. Yuja Wang is Yuja Wang, en ze deed het eerder. Alles gaat in stijl, de Wang-stijl, van lang tot ultrakort. Dat ze ooit modeontwerpster wilde worden, blijkt duidelijk, hoewel haar moeder een carrière als ballerina voor haar zag. Is de avondjurk blauw, dan kleurt ze subtiel een haarlok in dezelfde tint. In de wandelgangen is haar verschijning net zozeer gespreksstof als haar muzikale prestaties. Dat vindt ze soms vermoeiend.
Privilege
Waarom maak je muziek? ‘Het gaat me om het plezier van iets creëren. Ik ben erg door Leonard Bernstein beïnvloed, hij maakt voor mij duidelijk dat muziek een taal is waarmee je betekenis aan het leven kunt geven, aan je eigen leven maar ook aan dat van anderen. Wat een charismatische man was dat! Michael Jackson, Jimi Hendrix, ze transporteren je naar een andere wereld, waar een ander soort energie heerst. Dat is toch bijzonder? Op het podium zitten en samen muziek maken ervaar ik als een privilege waar ik heel blij van word.’
Cd-tip
Speel wat er staat, hou tempo en wees niet sentimenteel, aldus Maurice Ravel. Hij zou heel blij zijn geweest met Yuja Wangs interpretatie van zijn beide pianoconcerten, want zij volgt die aanwijzingen op de voet. Haar parelende spel toont helder de structuur van de werken en haar tomeloze energie trekt je vanzelf het muzikale verhaal in. In een oprechte dialoog blijkt het orkest haar beste vriend en hebben beiden royaal de ruimte om te kunnen klinken. Gewoon een ijzersterk verhaal zonder fratsen.
Deze cd is op de avond van Wangs concerten op 20 en 21 september te koop bij de Concertvriendenbalie in Het Concertgebouw.
‘Ik ben steeds meer van Franse muziek gaan houden, ze is poëtisch en kleurrijk. De taal van de Franse muziek is vaak gelieerd aan literatuur, aan dans, beweging. Er komt zoveel verbeelding bij kijken. Op het podium zie je het topje van de ijsberg van het repertoire waarmee ik me bezighoud. Ik hou van Brahms, ik hou van Mozart, Beethoven, maar dat kan ik minder goed verkopen. Men houdt ervan om de solist hard te zien werken in vuurwerkmuziek.’ En dat is haar handelsmerk. Wang is rank, maar heeft power in het lijf, vooral in de armen en handen. Je ziet het aan haar manier van bewegen en haar daadkracht achter de vleugel.
Donker versus licht
Ravels concerten noemt ze klassiek en helder. De componist heeft in haar beleving altijd iets gereserveerds, hij probeert niet te veel emotie door te laten schemeren. ‘Ravel zet een pokerface op, en dat maakt zijn muziek krachtig en zeer spannend. Het Pianoconcert voor de linkerhand is fysiek heel zwaar, maar dat vind ik niet erg. Het is een prachtig concert, trouwens. Het voelt alsof het hele gewicht van de muziekgeschiedenis erin ligt. En het is zo Ravel, en donkerder en voller dan het Pianoconcert in G. Boven het orkest uitkomen is lastig, daar maak ik me wel een beetje zorgen over. Straks bij de repetities gebeurt het meeste, dan ontdekken we welke kant we op willen. Ik moet wel helder hebben wat ik aan kleur zou willen in de muziek.
Ravel heeft de linkerhand zo intelligent ingezet. Ik ken geen pianistischer concert dan dit. De lyrische ritmes doen denken aan de Bolero, je hoort Spaanse harmonieën. Ravel snapte hoe je vijf vingers moest gebruiken. Alleen al de toepassing van de duim is geweldig. Het voert een beetje ver om technieken te gaan bespreken, maar geloof me, alles klopt aan dit stuk.’
‘Ravels andere concert, dat ik al heel jong speelde, is veel meer Gershwin-achtig, lichter, helderder, exotischer. Ik aanbid het tweede deel, met de fluit, een subliem moment. Eerst speel ik tien minuten solo, maar de magie ontstaat volledig als het orkest erbij komt. Ik ken beide concerten door en door, maar er komen vast weer nieuwe ideeën, ook omdat ik de muziek telkens vanuit een nieuw perspectief probeer te benaderen. Als ik soms terugluister naar oude opnames van mezelf ben ik niet ontevreden.’ Wang lacht. ‘Het is de menselijke natuur om vooruitgang te boeken en iets toe te willen voegen. Maar mijn instelling is, net als die van Klaus, ‘Don’t fix it when it ain’t broken’.’